Het was de moeite waard


In 2018 startte de herindicatie van inwoners, die huishoudelijke ondersteuning vanuit de Wmo ontvingen. Niet langer ontving de cliënt een beschikking met daarop vermeld het aantal uren, dat hulp werd geboden. In plaats daarvan kwam het ondersteuningsplan, een overzicht van taken en frequenties, waarmee deze uitgevoerd moesten worden. Dit alles moest leiden tot een ‘schoon en leefbaar huis’. Ik twijfel niet aan de goede bedoelingen achter deze nieuwe opzet. Immers per woonruimte werd aangegeven welke taken verricht moesten worden. Dit, zo zei de gemeente, geeft voor de cliënt een goed inzicht in de hulp waarop kan worden gerekend. In de praktijk bleken er al snel flinke problemen. Enkele voorbeelden: – De cliënt moest van de hulp horen, hoeveel tijd beschikbaar was voor de werkzaamheden. Veelal bleek de voor de hulp beschikbare tijd onvoldoende om de overeengekomen taken ook uit te voeren. – Tussen de verschillende zorgaanbieders bleken ook verschillen te bestaan. De ene zorgaanbieder plande meer uren in, dan de andere. – In het ondersteuningsplan waren geen incidentele taken opgenomen. De gemeente verwachtte, dat er binnen het sociale netwerk wel een oplossing voor deze taken gevonden kon worden. De cliënt, anders gewend, vroeg haar hulp toch om een ongelukje in de koelkast op te ruimen. Soms lukte dit wel, soms ook niet. Naar aanleiding van de herindicatie zijn ruim 200 verzoeken om hulp ontvangen door de ouderenbonden, OVO en het FNV, die in samenwerking met bureau Wevers de verzoeken in behandeling nam. In 2018 werden deze bezwaren echter niet door de gemeente behandeld. De gemeente overtrad hiermee alle regels, die daarvoor bestaan en veroorzaakte veel onrust bij de cliënten. Begin 2019 lanceerde de gemeente een enorme inhaalactie. Binnen enkele maanden werden alle bezwaren behandeld met als resultaat een “besluit op bezwaar” in uren. De cliënten gingen er iets op vooruit, maar de uitvoering van de indirecte taken werd in de nieuwe beschikking niet meegenomen. Ruim 200 cliënten tekenden beroep aan. In juni van dit jaar werden vier zaken behandeld. De behandelde zaken stonden model voor de overige ingediende beroepen. Eind augustus deed de rechtbank uitspraak. De belangrijkste punten: – De gemeente mag niet inbreken op lopende indicaties. – De incidentele taken horen bij een schoon en leefbaar huis. De gemeente mag deze niet weglaten. Tegen het verbod om in te breken op incidentele taken heeft de gemeente hoger beroep aangetekend. De gemeente heeft in oktober met de gemachtigden, hr. van ’t Laar en bureau Wevers, een afspraak gemaakt betreffende de afhandeling van de ingestelde beroepen. Deze maand is het resultaat daarvan duidelijk geworden. De norm “schoon en leefbaar huis” is voor deze groep niet meer van toepassing. Zij ontvangen hulp op basis van de CIZ-norm. Op basis van deze norm ontvangen de cliënten een nieuw besluit op bezwaar in uren. Gemiddeld genomen hebben de mensen, die hebben volgehouden, hun oude indicatie in uren teruggekregen. Terugkijkend: het heeft veel kruim gekost, maar het was de moeite waard. Kees Blokker Cliëntondersteuner


* Realisatie Supportpunt Eindhoven in samenwerking met OVO *